
Wet werk en inkomen kunstenaars
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
b
college: het college van burgemeester en wethouders van een gemeente als bedoeld in artikel 23;
c
adviserende instelling: de instelling, bedoeld in artikel 35;
d
Inlichtingenbureau: het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
e
kunstenaar: degene die hier te lande werkzaam is in een beroep of bedrijf in een al dan niet gemengde beroepspraktijk ter uitoefening van de scheppende, uitvoerende of toegepaste kunst;
f
gemengde beroepspraktijk: een beroepspraktijk waarin het inkomen wordt verworven uit werkzaamheden die zijn gerelateerd aan een beroep of bedrijf ter uitoefening van de scheppende, uitvoerende of toegepaste kunst en uit werkzaamheden die niet zijn gerelateerd aan een dergelijk beroep of bedrijf;
g
beroepskosten: de noodzakelijke kosten ter verwerving van het inkomen als kunstenaar;
h
kinderbijslag: kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.